De muziek stond hard en de bas dreunde onbedaarlijk. Karen probeerde zich dieper in de kussens van de bank te drukken, zich zo klein en onzichtbaar mogelijk te maken. Niemand wilde toch met haar praten, ze vonden haar vast niet interessant genoeg. Ze voelde zich zo als altijd ontzettend ongemakkelijk en wenste dat ze thuis was, veilig op haar eigen kamer, met haar eigen spulletjes om haar heen. Hoe lang moest ze nog blijven? Ze wierp een blik op haar horloge die om haar dunne pols hing. Kwart voor 10. Ze zou nog een kwartiertje blijven, daarna zou ze als een speer terug fietsen naar haar kamer. Ze moest nog van alles doen. Het tentamen van volgende week hing als een zwaard van Damocles boven haar hoofd. Ze kwam al heel wat studiepunten te kort en kon deze zaterdagavond heel wat nuttiger besteden dan hier te zitten niksen.
Doodstil zat ze met haar glas in haar hand, starend naar de tafel met chips en nootjes. Gretige handen graaide hier en daar wat uit de bakjes. Een rilling liep over haar rug. Gelukkig had ze geen behoefte aan wat hartigs. Ze had immers al genoeg gegeten vandaag. De kom magere yoghurt van vanmorgen was voldoende geweest. En de fietstocht naar het feestje en het feit dat ze de trap had genomen naar de 6de verdieping, had er vast voor gezorgd dat de weinige calorieën die de yoghurt had bevat, al verbrand waren. Als ze nu chips ging eten…..! Ze raakte het spul het liefst niet eens aan. Haar vriendin Chantal had gisteren nog een hele zak naar binnen gewerkt, tot grote walging van Karen. Soms probeerde ze Karen over te halen om ook wat te nemen. Heel af en toe gaf Karen toe en nam een handje, die ze dan vervolgens moeizaam en met een groot schuldgevoel weg kauwde. Ze moest nog maar een paar kilo kwijtraken, dan zou alles goed zijn. Dan zou ze mooi zijn, en zouden mensen wel met haar willen praten. Ongemerkt ging haar vrije hand onder haar andere arm naar haar ribben. Ze voelde de botten door haar vel heen, maar vlak daaronder voelde ze toch echt iets wat op vet leek. Zie je! Ze had die chips gisteren niet moeten eten! Ze voelde zich dik en opgeblazen. Geen wonder dat niemand naar haar keek. Ze was het aankijken niet waard. Een vet lelijk monster, dat is wat ze is! Is het al 10 uur? Ze zocht met haar ogen in de ruimte naar Chantal die aan de andere kant van de kamer aan het praten was met een aantal mensen en had het prima naar haar zin. Chantal was mooi en zelfverzekerd en zat nooit stil en ongemakkelijk in een hoekje. En had altijd mensen om haar heen. Karen stond op en liep naar de deur. Ze zou Chantal wel een appje sturen als ze thuis was. Ze zou zeggen dat ze hoofdpijn had gekregen van de harde muziek en haar niet wilde storen.
Snel fietste ze naar haar studentenflat en zocht naar een plekje voor haar fiets. Boven gekomen trok ze de gordijnen dicht en zette een kopje thee. Ze had het koud. Ze had het altijd koud. Ze deed haar jas uit en hing hem aan de kapstok. Haar schoenen plaatste ze zorgvuldig naast elkaar op de lege plek tussen haar andere schoenen. Ze trok een dik vest aan en ging vastberaden achter haar perfect opgeruimde bureautje zitten. Ongemak kwam over haar heen. Ze kon vast niet studeren. Ze had het ritueel nog niet gedaan en als ze dat niet deed zou de stof die ze zou lezen nooit tussen haar oren blijven hangen. Daar was ze van overtuigd. Ze trok haar jas weer aan, zocht naar een paar makkelijke gympen tussen het geordende rijtje schoenen en ging bij de deur staan. Ze deed haar ogen dicht en haalde diep adem. 40 keer. Niet meer en niet minder. Eerder kon ze niet weg, als ze dat niet deed zou ze waarschijnlijk de voordeur niet halen. Dan zou ze niet genoeg lucht hebben om de smalle treden van de steile trap af te kunnen dalen. Ze moest haar hoofd ´legen´, zodat er genoeg ruimte was voor de leerstof die ze vanavond in haar hoofd moest stoppen en daarvoor moest ze lopen. Ze sloeg linksaf richting het Vaste Land. Hier ging ze weer links tot ze bij de Schiemdamsedijk kwam. Ze stak over en liep langs het water. Bij de Schilderstraat sloeg ze weer af om zo door de drukte van de Witte de Withstraat weer uit te komen bij de Eendrachtsweg. Dit rondje liep ze soms vaker per dag en duurde altijd exact een half uur. Soms iets langer, als de stoplichten het kruispunt lang op rood stonden. Thuis aangekomen had ze het gevoel leeg te zijn. Leeg in haar hoofd en leeg in haar lijf. Ze moest alleen even op de bank zitten om bij te komen. 5 minuutjes maar. Karen deed haar ogen dicht en viel in slaap, haar studieboeken nog onaangeroerd op haar perfecte bureautje…